Herdenken
Twee minuten stilte
Op 4 mei vindt elk jaar de Nationale Herdenking plaats. Om 20.00 uur worden in het hele land twee minuten stilte in acht genomen voor de oorlogsslachtoffers. Herdacht worden al diegenen die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen of vermoord en allen die zijn omgekomen in oorlogssituaties en bij vredesoperaties na de Tweede Wereldoorlog.
Vrijheid en het herdenkingsmoment is echter niet vanzelfsprekend en daarom zet het Nationaal Comité elk jaar een uitgebreide campagne op. In de aanloop naar 4 mei wordt iedereen herinnerd aan deze twee minuten stilte door spotjes op televisie en radio. De campagne wordt mogelijk gemaakt door verschillende partijen. Zonder de medewerking en inzet van vele betrokken organisaties zouden de twee minuten stilte niet mogelijk zijn.
De basis voor de herdenking op 4 mei vormen de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwamen naast militairen voor het eerst ook grote aantallen burgers om. Zowel in Europa als in Zuidoost-Azië zijn velen omgekomen omdat zij in verzet kwamen of als gevolg van oorlogsgeweld of uitputting. Vrijwel de meeste slachtoffers vielen echter door doelbewuste en systematische vervolging en moord. Onder hen waren Joden, Sinti en Roma en andere groepen die de nazi’s als minderwaardig beschouwden. Sinds 1961 herdenken we ook de Nederlanders die zijn omgekomen toen ze van overheidswege uitgezonden waren in het buitenland. Zij zijn slachtoffer geworden tijdens een conflict of oorlogsgeweld waarbij de Staat der Nederlanden betrokken was.
Alle definities van onze Dodenherdenking op 4 mei zijn vastgelegd in het Memorandum van herdenking.
Wat is het memorandum van herdenking?
Lees hier een uitgebreide toelichting op het memorandum voor de herdenking, de tekst waarin is vastgelegd wie we herdenken op 4 mei.
Mensen hadden op veel verschillende wijzen te maken met de Tweede Wereldoorlog, afhankelijk van wie ze waren, waar ze voor stonden, wat ze deden of waar ze woonden. Al die ervaringen worden weerspiegeld in diverse herdenkingen door het jaar heen. Op 4 mei tijdens de Nationale Herdenking worden alle oorlogsslachtoffers gemeenschappelijk herdacht. We herdenken de doden en bezinnen ons op de verschrikkingen van de oorlog waarbij zij het leven lieten. We staan ook stil bij gebeurtenissen tijdens de oorlog, zoals oorlogsgeweld, de Holocaust en de genocide op Roma en Sinti, internering, onvrijheid, terreur, willekeur en het verzet daartegen.
Het memorandum voor de herdenking is een tekst waarmee al sinds 1946 het kader van de herdenking wordt aangegeven en waarin is geformuleerd wie we herdenken op 4 mei. De tekst is bedoeld om richting te geven en is bewust algemeen geformuleerd om alle verschillende oorlogsslachtoffers in te kunnen sluiten. Voor allen die achterbleven is het persoonlijke verdriet om de doden immers groot. Op 4 mei tijdens de Nationale Herdenking worden alle oorlogsslachtoffers uit het toenmalige Koninkrijk der Nederlanden herdacht, en dit is in het memorandum als volgt omschreven:
In Nederland herdenken we op 4 mei de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog in Europa en in Zuidoost-Azië. Sinds 1961 herdenken we ook de slachtoffers van oorlogssituaties en vredesoperaties waarbij Nederland betrokken was na de Tweede Wereldoorlog.
Hieronder volgt een toelichting op de beschrijvingen die gebruikt worden in het memorandum:
“Waar ook ter wereld”
Deze zinsnede heeft betrekking op het feit dat de meeste Nederlanders tijdens de Tweede Wereldoorlog elders in de wereld zijn omgekomen of vermoord in concentratie- of vernietigingskampen, in interneringskampen, bij dwangarbeid of op zee. Of tijdens vredesmissies en oorlogssituaties in andere landen na de Tweede Wereldoorlog.
“Sinds het uitbreken”
Er zijn voor de inval van nazi-Duitsland in Nederland al Nederlanders omgekomen als gevolg van de Tweede Wereldoorlog. Die begon tenslotte al eerder. Ook deze slachtoffers worden herdacht.
“In oorlogssituaties en bij vredesoperaties”
Sinds de Tweede Wereldoorlog is er wereldwijd nog geen dag geweest zonder oorlog. Om een bijdrage te leveren aan meer stabiliteit en veiligheid in de wereld, zendt Nederland militairen en ander defensiepersoneel uit naar conflictgebieden. Nederlanders die tijdens een dergelijke, door de overheid gesanctioneerde, missie om het leven zijn gekomen, worden ook herdacht op 4 mei.
Wijzigingen in het memorandum
De vorm en inhoud van de herdenking en viering zijn blijvend in ontwikkeling. De formulering van het memorandum is sinds de oorlog ook regelmatig aangepast door zowel het in 1987 ingestelde Nationaal Comité als door voorgaande (particuliere) comités.
In 1961 is het memorandum op initiatief van veteranen en in overleg met het ministerie van Defensie uitgebreid met de (militaire) oorlogsslachtoffers die zijn omgekomen in oorlogssituaties na de Tweede Wereldoorlog, zoals in voormalig Nederlands-Indië, Nieuw Guinea en Korea. Later zijn ook de slachtoffers van vredesmissies hier aan toegevoegd.