Cornelis Vlotstraat
- Cornelis (’Cor’) Vlot (37), Nederlands verzet/illegale pers 1940-1944, jurist.
- Geboren 29-11-1906 in Koudekerke. Gefusilleerd 26-10- 1944 in Haarlem.
- Gecremeerd in Crematorium Driehuis-Westerveld.
- Onderscheiding: Verzetskruis, Verzetsherdenkingskruis.

Cor Vlot staat vermeld als lid van het verzet via de illegale pers, maar zijn weg daar naartoe loopt dicht langs een politieke carrière bij een niet-onomstreden beweging.
Zijn geboorteplaats is Koudekerke. Toch is er maar weinig Zeeuws aan Cor Vlot en zijn familie. Zijn vader Huib komt uit Sliedrecht en is spoorlegger. Hij reist als ploegbaas door het hele land en daarbuiten tot in Antwerpen. Eind 1906 is het gezin maar enkele maanden in Koudekerke geweest, want vader krijgt na de geboorte van zijn derde zoon Cornelis werk in Groningen. Cor, zijn twee oudere broers Huibert en Arie en jongste broer Antonius, allemaal zijn ze in andere plaatsen geboren.
In het gezin van eenvoudige komaf krijgt Cor de kans om door te studeren. En hoe: hij studeert rechten aan de Rijksuniversiteit in Utrecht. Een drieregelig berichtje in de krant van 6 juni 1936 vermeldt dat de Hoge Raad hem heeft beëdigd tot advocaat en procureur. Vlot oefent het beroep enige tijd uit in Den Haag en leidt vervolgens in Utrecht een economisch en juridisch adviesbureau. Hij woont inmiddels in Zeist, waar hij in maart 1937 is getrouwd met Maria Louise Kuiper. Zij krijgen twee dochters en een zoon.
Waarschijnlijk al kort na de oprichting in 1927 raakt Cor als jonge twintiger enthousiast over het Nationaal Jongeren Verbond (NJV). De zeer nationalistische beweging verenigt jongeren op grond van hun ’onwankelbare trouw aan één zaak, namelijk de vaderlandsche zaak’. ,,Op dien grondslag van liefde en verantwoordelijkheidsgevoel staan de Nationaal Jongeren gereed om zich te wijden aan het verwezenlijken van het gemeenschappelijk ideaal: een krachtig, geestelijk en materieel weerbaar volk dat onder leiding van Oranje werkt aan een taak in de wereld’’, beschrijft een brochure de doelstellingen van de NJV.
Maar, verduidelijkt NJV-voorzitter De Vries in oktober 1935 tijdens een rede in Arnhem: ,,Wij wensen niet een gelijkgeschakeld, geüniformeerd volk, waarbij de godsdienstige overtuiging, de persoonlijke mening, het gezin, de eigen rechten der persoonlijkheid onderdrukt worden door een op politiek geagiteerde massa’s steunend, naar staatsabsolutisme en dictatuur strevend gezag.’’
De diepe betrokkenheid van Cor Vlot blijkt uit zijn functies bij de NJV: hij wordt hoofdbestuurslid van de landelijke organisatie en leidt de afdeling Zeist. Hij is er vrijwel zeker bij als de NJV op 18 november 1939 met de inmiddels traditionele fakkeltocht bij Paleis Noordeinde in Den Haag de Nederlandse onafhankelijkheid herdenkt, gadegeslagen door de koninklijke familie. Het zou de laatste fakkeltocht zijn.
Een half jaar later zijn Duitse troepen Nederland binnengemarcheerd en stellen een burgerlijk bestuur in. Als één van de eerste daden wordt het Nationaal Jongeren Verbond op 2 juli 1940 verboden en het hoofdbestuur vastgezet. Cor Vlot ontspringt de dans, want hij is dan niet langer bestuurslid.
Nederlandse Unie
De interesse van Vlot is inmiddels gewekt door een nieuwe beweging, die op het eerste gezicht naadloos aansluit bij het gedachtengoed van de NJV: de Nederlandse Unie. In de week dat de Duitsers de NJV verbieden, correspondeert en overlegt Cor Vlot met Jan de Quay over verschillende uitgangspunten en principes van de Nederlandse Unie, die De Quay, Louis Einthoven en Johannes Linthorst Homan op 24 juli 1940 officieel oprichten.
De Nederlandse Unie moet een antwoord zijn op de nationaalsocialistische NSB van Anton Mussert en presenteert zich als een beweging, die staat voor nationale eenheid, volkseenheid en vernieuwing van het staatsrechtelijke en economische systeem. Het is een boodschap die aanslaat, want in enkele maanden tijd groeit de beweging tot ruim 800.000 leden. Cor Vlot is één van de eerste leden en wordt begin 1941 gewestelijk commissaris in het district Utrecht.
Maar er zit een andere kant aan de Nederlandse Unie, waarop al snel felle kritiek losbrandt: de beweging erkent de bezetter. Ze buigt mee, om te voorkomen dat de nazi’s de samenleving en het bestuur geheel naar hun hand zullen zetten. Tegelijk pleit de beweging voor politieke en maatschappelijke hervormingen. Dit tweesporenbeleid is gedoemd te mislukken. Na een aanvankelijk afwachtende houding kiest het Duitse bestuur onder Rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart zeker na de Februaristaking in 1941 voor gelijkschakeling en een keiharde politiek van onderdrukking en anti-Joodse maatregelen. Het standpunt van de Unie is onhoudbaar.
De steeds hardere Duitse aanpak en het wankele antwoord van de Nederlandse Unie stort de beweging weldra in een crisis. De drie leiders raken onderling verdeeld over de koers, terwijl rechts-autoritaire leden proberen de Unie hun kant op te sturen. Leden haken massaal weer af, zeker nadat de beweging met een ledenstop voor Joden nog verder meebuigt met de bezetter. Het keerpunt komt in juni 1941 met de Duitse invasie van Rusland, waarvoor de bezetter onvoorwaardelijke steun verlangt. Die blijft uit. Sterker nog, de Nederlandse Unie keert zich voor het eerst tegen de Duitse koers. Onmiddellijk volgt een reactie en krijgt de beweging tal van beperkingen opgelegd. Als de Sicherheitspolizei in december het hoofdkantoor en woonadressen van bestuursleden binnenvalt, is het uit met de Nederlandse Unie. De beweging wordt verboden.
Hoe Cor Vlot zich heeft opgesteld en of hij heeft geworsteld met de meegaande houding van de Nederlandse Unie is niet bekend. Er zijn in elk geval geen twijfels over zijn standpunten. Een stempel op een formulier van 11 mei 1955 in het archief van de Oorlogsgravenstichting vermeldt: ,,In de bij Ministerie van Justitie ondergebrachte archieven blijkt niet, dat betrokkene gedurende de bezettingstijd zich schuldig heeft gemaakt aan politieke handelingen op gedragingen, die hebben geleid tot het opleggen van enige straf of maatregel door organen der Bijzondere Rechtspleging’’. Dat de archiefstukken destijds zijn bekeken, is met de blik van nu wel opvallend: in 1955 is Vlot al 9,5 jaar dood.
Redacteur
Het einde van de Nederlandse Unie markeert het begin van Cor Vlot als verzetsman. Utrecht is één van de steden, waar ex-leden verzetsgroepen opzetten. Vlot krijgt de rol van organisatie-secretaris. Naast zijn gewone werk als jurist heeft hij geregeld geschreven voor vakbladen, maar vanaf begin 1942 komt daar een naamloos krantje bij voor voormalige Unie-leden. In januari 1943 krijgt het krantje de naam Bulletin: Cor Vlot vormt de redactie samen met Jo Wüthrich, directielid van een verzekeraar in Utrecht.
In mei 1943 gaat Bulletin samen met een ander krantje en krijgt de naam Je Maintiendrai (JM): Ik zal handhaven, de spreuk uit het Nederlandse wapen. Van een gestencild blaadje groeit het uit tot een in Leeuwarden gedrukte verzetskrant met een oplage van 40.000 stuks, die zo goed en zo kwaad als het gaat tweemaandelijks in het hele land wordt verspreid. Vlot, Wüthrich en twee anderen voeren de redactie. Uit JM komen andere publicaties voort, de Vrije Nieuws Centrale en de Voorlichtingsdienst (VOD).
In het voorjaar van 1944 gaat Je Maintiendrai samenwerken met het rooms-katholieke opinieblad Christofoor, waarbij JM onderwerpen bedenkt en uitwerkt. Christofoor wordt vanuit Nijmegen geleid door C. ten Hagen en W. van Kempen. In augustus doet de Sicherheitspolizei (Sipo) bij hen een inval en arresteert zo’n 75 medewerkers van Christofoor. Hierbij worden de banden met JM ontdekt. En belangrijker: het adres aan de Neude 32 in Utrecht, van waaruit de redactie haar werk doet.
Op 15 augustus valt de Sipo binnen tijdens een redactievergadering. ,,Op de Neude werd zeer veel materiaal gevonden, terwijl op dit drukbezochte adres tientallen mensen werden gearresteerd’’, verklaart een betrokkenen later. Tot de gearresteerden behoren Vlot en Wüthrich, Van Utrecht worden ze een dag later overgebracht naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans in Amsterdam, waar de SD tientallen mannen gevangen houdt. Het is waarschijnlijk dat zij hier volgens het sinds september 1944 aangescherpte beleid van de SD zijn veroordeeld wegens terrorisme en als Todeskandidat gevangen zijn gehouden, wachtend op een aanleiding om te worden geëxecuteerd.
Fake Krist
Die aanleiding volgt op 25 oktober in Haarlem. De verzetsgroep rond Hannie Schaft en Truus Oversteegen heeft het die ochtend rond half negen voorzien op politieman Fake Krist. De fanatieke NSB’er heeft bij de SD al heel wat verzetslieden, Joden en andere onderduikers aangebracht en staat hoog op het lijstje om te worden uitgeschakeld.
Op Dolle Dinsdag 5 september is Krist al ontsnapt aan moordaanslag, maar op 25 oktober is het raak. Vlak voordat Schaft en Oversteegen kunnen toeslaan, is een andere groep hen voor. Vanuit een schoolgebouw vuurt Gommert Krijger zijn kogels af op Krist, die op de Westergracht in Haarlem fietst. Twee raken K rist dodelijk, die in de goot naast de stoep ineenzakt. Het levert één van de bekendste foto’s van verzetsacties op met een dode man in de goot en zijn fiets ernaast op de stoep.
Het Haarlemse verzet heeft kunnen weten dat de actie niet onbeantwoord zou blijven. De Amsterdamse SD-leider Willy Lages krijgt vanuit Den Haag opdracht dat de volgende ochtend aan de Westergracht naast de St. Bavo tien mannen moeten worden doodgeschoten. Onder hen Cor Vlot en Jo Wüthrich. In twee groepen van vijf worden ze doodgeschoten, waarna hun lichamen nog dezelfde dag in het crematorium van Driehuis-Westerveld worden gecremeerd en hun as in een vijver verstrooid. De Duitsers steken nabij de executieplek ook nog vier huizen in brand, waar de schutter van Krist zich ophield.
Ondanks het verlies van het leiders gaat Je Maintiendrai verder. In het bevrijdingsnummer van 5 mei 1945 prijken de necrologieën van Cor Vlot en Jo Wüthrich op pagina zeven met die van vijf anderen. ,,Zowel door zijn werk als door zijn persoon nam Cor Vlot in de groep JM en in het voorbereidende werk voor de Nederlandse Volksbeweging een leidende plaats in. In de strijd tegen de Duitse tirannen wist hij van geen wijken en door al het werk heen was de zorg voor zijn gezin geen ogenblik uit zijn gedachten’’, typeert zijn krant hem.
,,Hij was een trouwe kameraad, een beginselvast strijder, die een onaantastbaar geloof had in de toekomst van zijn vaderland en in wiens hoofd en hart tijdens de bezettingsjaren de gedachte aan een nieuwe, socialisti sche gemeenschap groeide, waaraan hij zeker zijn gehele leven zou hebben gewijd.’’
Op 7 mei 1946 is aan Cor Vlot het Verzetskruis uitgereikt. Begin jaren ’80 ontvangt hij ook het Verzetsherdenkingskruis. In het plantsoen aan de Westergracht nabij de St Bavo staat ter nagedachtenis aan de executies sinds 1949 het beeld van De Treurende Vrouw, met de vermelding van de namen van de tien slachtoffers.
Naast de straat in Almere is er in Zeist een Cornelis Vlotlaan.





