Johan Westerveldstraat

Buurt 5
  • Johan Hendrik (’Johan’) Westerveld (61), Nederlands verzet 1940-1942. Oprichter Ordedienst (OD), reserve luitenant- kolonel artillerie, bedrijfsleider.
  • Geboren 21-08-1880 in Haarlem. Gefusilleerd 03-05-1942 in KZ Sachsenhausen.
  • Gecremeerd in KZ Sachsenhausen.
  • Onderscheiding: Verzetskruis.

Johan Westerveld behoort tot de groep eerste verzetsstrijders van 1940, maar heeft door zijn spoedige arrestatie in 1941 die rol slechts beperkt kunnen vervullen.

Zijn opa was koopman, zijn vader had in Haarlem een winkel, maar Johan kiest voor het leger. Op zijn zeventiende meldt hij zich eind januari 1898 vrijwillig als reserve bij de infanterie en tekent kort na zijn achttiende verjaardag voor zeven jaar dienst. Dat hij een platvoet heeft en door een oogontsteking minder goed ziet vormt geen beperking: Johan mag naar de Koninklijke Militaire Academie en is na drie jaar tweede luitenant bij het 4e Regiment Vesting-Artillerie, in 1905 eerste luitenant. In oktober 1905 trouwt Johan met Margaretha van Laar, maar het komt in 1913 tot een echtscheiding. Na een jaar verlof keert hij in 1907 terug in dienst als officier en wordt in december 1910 luitenant voor speciale diensten. Per september 1916 wordt hij als kapitein aangewezen als commandant van de school voor verlofsofficieren der bereden artillerie in Ede.

Na 22 jaar in het leger vindt de bijna veertigjarige Westerveld het tijd voor iets anders en vraagt in mei 1920 voor een jaar verlof van actieve dienst. Diezelfde maand registreert hij zich in Ede met zijn Duitse vrouw Caroline Lamberts en stiefdochter Ingeborg. Precies een jaar later krijgt hij eervol ontslag en pensioen, al blijft hij als reservekapitein ingedeeld bij het 2e regiment der veldartillerie.

Johan Westerveld komt in 1920 als procuratiehouder in dienst bij margarinefabrikant Van den Bergh & Jurgens in Rotterdam. Het bedrijf stuurt hem in 1929 naar het Duitse Goch, waar hij tien jaar de vestiging leidt. Als in september 1939 de Tweede Wereldoorlog uitbreekt na de Duitse invasie van Polen, keert Westerveld terug naar Nederland en gaat in Den Haag wonen.

Per 1 november wordt Westerveld als luitenant-kolonel gemobiliseerd en dient begin mei 1940 bij de Inspectie der Artillerie. Twee dagen na de Duitse inval op 10 mei wordt hij ingezet bij de Artillerie Commando Vesting Nederland in Den Haag, maar de veertiende capituleert Nederland. Op 25 mei verlaat hij het leger en hoeft niet in krijgsgevangenschap, nadat hij als beroepsofficier zijn erewoord heeft gegeven dat hij geen verzet zal plegen. In september gaat Johan als directielid aan de slag bij zijn inmiddels tot Unilever omgedoopte werkgever.

Ordedienst

Vooral ex-militairen broeden die zomer op plannen om zich ondergronds en paramilitair te organiseren. Er ontstaan groepen als de Burgerwacht, Oranjewacht en de Geuzen, al rollen de Duitsers de meeste in rap tempo op. Ook Westerveld heeft plannen en voert in juni en juli besprekingen met politici als de anti-revolutionaire oud-premier Hendrik Colijn en de socialistische politici Adolf Joekes en Koos Vorrink. Zelf is Westerveld politiek nauwelijks actief: hij is slechts kort lid geweest van de Liberale Staatspartij en Nederlandse Unie.

Niet op de laatste plaats door hemzelf is de oprichting en leiding van de Ordedienst (OD) toegeschreven aan luitenant-generaal buiten dienst, jonkheer Willem Roëll. Loe de Jong stelt dat Roëll de ’eerste stoot’ heeft gegeven voor de vorming van een nationale organisatie, maar dit in augustus 1940 aan Westerveld heeft overgelaten ,,omdat hij het werk niet meer alleen aan kon. Hij meende bovendien dat hij door de Duitsers geschaduwd werd’’ Twee maanden later werd Roëll als Indische gijzelaar in Buchenwald gevangengezet. In ’De geschiedenis van de OD’ concludeert Jan Schulten dat Roëll oprichter noch commandant van de OD is geweest, maar slechts ’vrijblijvende adviezen’ heeft gegeven. De OD is vooral het persoonlijke werk van Johan Westerveld, al ontbeert hij volgens Schulten autoriteit.

Officieel streeft Westerveld naar een op militaire leest geschoeide organisatie, die pas actief wordt als de Duitsers zijn verslagen en orde en gezag moeten worden gehandhaafd. Die houding is sommigen te passief, anderen vinden de OD te politiek. In werkelijkheid wil Westerveld de organisatie voorbereiden op actief en gewapende steun aan een geallieerde actie. Daarvoor zijn in het hele land flinke wapenvoorraden nodig.

Dankzij een netwerk van lokale OD’s ontstaan er inderdaad wapendepots, maar van bescheiden omvang. Westerveld blokkeert in februari 1941 zelf de verdere aankoop van wapens, omdat hij vermoedt dat de politie en SD handel drijven om verzetsgroepen op te sporen. Intussen werft de OD medestanders bij onder meer bij de Bijzondere Vrijwillige Landstorm en de groep van Joan Schimmelpenninck in Den Haag. Een andere Haagse groep is in oktober 1940 één van de eerste OD’ers, die zich behalve met wapens ook bezighoudt met spionage, wapens en een stoottroep. Westerveld vaardigt voor zijn troepen ’richtlijnen’ uit.

De Ordedienst bestaat voornamelijk uit militairen, maar Westerveld verzekert zich ook van belangrijke steun van niet-militairen uit het bedrijfsleven. Begin 1941 sluit het Legioen Oud-Frontsoldaten (LOF) zich aan en fuseert die zomer met de OD. Westerveld wil de Ordedienst tegen die tijd volledig hebben opgebouwd.

De omvang van de OD is lastig vast te stellen, omdat die door de vele arrestaties steeds opnieuw is opgebouwd. Het aantal actieve beroepsmilitairen en officieren van kolonel of hoger binnen de landelijke organisatie is volgens Schulten ’zeer gering’ geweest. Duitse aanklagers spreken later over ,,de voorzichtige schatting van minstens 100.000 leden in heel Nederland’’, maar dat is overdreven.

Verraad

Nog voordat de Ordedienst een rol van betekenis speelt, valt hij ten prooi aan verraad. Dat begint klein in maart 1941 met een verhoor van een verdachte met illegale pamfletten. Vooral het beruchte Haagse rechercheursduo in SD-dienst Leo Poos en Marten Slagter pakt steeds nieuwe verdachten op. Hun bekentenissen leiden weer tot de volgende arrestaties. Op 25 maart heeft de arrestatie van jurist Thomas van Slooten grote gevolgen. Hij onthult aan Poos, Slagter en SD-Kriminalsekretär Walter Bartels uit eigen beweging de organisatiestructuur van de complete OD. De SD verhoort hierop reeds eerder opgepakte verdachten, waaruit weer andere namen voortkomen zoals die van André Locher. Deze naaste medewerker van Westerveld wordt 26 maart opgepakt, bijna tegelijk met luitenant-vlieger Jan van Meel. Alle drie de arrestanten noemen de naam van Johan Westerveld.

Het duurt nog een week, maar op 3 april staan Poos, Slagter en Bartels bij Westerveld voor zijn huis in de Haagse Doornickschestraat, waar hij woont met zijn derde (Oostenrijkse) echtgenote Emilie Müller. Johan moet mee naar het ’Oranjehotel’ in Scheveningen, dat aardig vol zit met OD’ers. Net als Van Slooten verklaart Westerveld verrassend openhartig over de OD, al houdt hij vol dat het die te doen is om de orde en rust na een Duitse aftocht.

Tevreden meldt SS-generaal Rauter het oprollen van deze tot dan toe onbekende verzetsorganisatie onder leiding van ’Oberstleutnant der Reserve Westerfeld’ aan zijn meerderen in Berlijn. Er zijn op dat moment 65 verdachten opgepakt, maar tot het najaar van 1942 loopt dit op tot naar schatting vierhonderd. Ook Westervelds opvolger Pierre Versteegh en zijn opvolgers Schimmelpenninck en Tibo zijn er bij, net als de aan de OD gelieerde groepen rond de Delftse professoren Schoemaker en Mekel.

Westerveld zit vijf maanden in Scheveningen. Hoe hij is behandeld is niet bekend, maar in de Polizeigefängnis zijn afranselen en sadistische spelletjes aan de orde van de dag. Op 5 september 1941 gaat Johan met een grote groep OD’ers naar het Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort. Het kamp in de bossen buiten Amersfoort is pas een paar weken eerder door Rauter ’operationeel’ verklaard. Hoewel commandant Walther Heinrich een streng regime voert, wordt ’Amersfoort’ pas onder zijn opvolger Karl Peter Berg berucht om de vele martelingen en executies. Totaal 52 OD’ers gaan vanuit Amersfoort door naar andere kampen.

Proces

Weer gaan er zes maanden in gevangenschap voorbij, totdat 86 OD’ers, leden van de Schoemakergroep en die van de Mekel-groep op 26 maart 1942 horen dat hun rechtszaak de volgende dag begint. Later krijgt die de naam ’Eerste OD-proces’, maar het Feldkriegsgericht des kommandierenden Generals und Befehlhabers im Luftgau Holland spreekt zelf over het proces-Westerveld plus Schoemaker en dat van de Groep Mekel.

Netjes geknipt en geschoren en in hun eigen kleding worden de verdachten op 27 maart overgebracht naar Paviljoen de Hooge Witte, niet ver van het kamp. ,,Wij moesten toen naar een wachtkamer. Schoemaker, Westerveld, (chef-staf) Hamaker, van Slooten, Busé en v.d. Honert werden verhoord. De drie eersten en R. de Vries kwamen in de bunker terecht, waarom weten wij niet’’, beschrijft het boekje ’Het proces der 72’ de rechtszaak. De verdachten krijgen een advocaat, maar zien die voor het eerst op de ochtend van de rechtszaak.

De twee Duitse openbaar aanklagers pleiten dat de naam ’Ordedienst’ niets anders is dan een dekmantel van een ,,slagvaardige, gewapende en op elk moment aanvalsklare gevechtsgroep, die in het geval van een aanval van de Engelsen hen niet alleen kan ondersteunen maar ook overal in het land de Duitse bezettingsmacht in de rug kan aanvallen.’’ De aanklagers ontleden vervolgens hoe de organisatie onder ’Landesleiter’ Westerveld in opdracht van de Nederlandse generaal Winkelman is opgebouwd, via radio en persoonlijk in contact staat met de regering in Londen en haar volledige steun heeft, meermaals overlegt en zich schuldig maakt aan spionage (via Schoemaker) en liquidaties.

Johan Westerveld is voor de aanklagers dé hoofdverdachte. Ze rekenen hem ook aan het beramen van moordplannen op de NSB-top in begin 1941 om de partij van Mussert te verzwakken. ,,Hij gaf Van Slooten opdracht om een zelfstandige terreurgroep te vormen, die op een nog nader te bepalen dag de NSB-leiders Rost van Tonningen, Goedewaagen en Van Genechten onopvallend moest uitschakelen. Het moordplan is later zonder tussenkomst van Westerveld opgegeven’’, aldus het Feldurteil, omdat marine-luitenant Paul Nanninga als uitvoerder bedenkinJohan gen zou hebben gekregen.

Volgens ’Het proces der 72’ is Westerveld op 4 april opnieuw langdurig verhoord. Wat hij heeft gezegd is niet rechtstreeks bekend, maar volgens het Feldurteil heeft hij volgehouden dat de OD zich niet tegen de Wehrmacht heeft gericht. De rechters bewijzen het tegendeel. Ook stelt Westerveld niet ’deutschfeindlich’ te zijn, wat de rechters beamen na verhoor van getuigen: ,,Maar dat zegt niets over de werkelijke instelling van de aangeklaagde.’’

Waarschijnlijk uit angst voor bevrijdingsacties vindt de slotzitting op 8 april plaats in de SS-kantine van Kamp Amersfoort. De aanklagers eisen tegen zeventig OD’ers en leden van de groep-Schoemaker de doodstraf, de strafeis tegen de groep-Mekel is nog niet gereed. Alle verdachten worden drie dagen vastgehouden in Barak IV. In de kantine doen de rechters op zaterdagochtend 11 april uitspraak: zeventig keer doodstraf. De Mekel-groep hoort enkele dagen later negen keer doodstraf.

Johan Westerveld krijgt de doodstraf wegens ,,aanhoudende vijandgezindheid in vereniging van spionage, verboden wapenbezit en het beramen van moord.’’ Het moordplan op de NSB-top wordt hem zwaar aangerekend. De rechters nemen het alle voormalig officieren en onderofficieren kwalijk dat zij hun erewoord van mei 1940 hebben geschonden. De OD is volgens de rechters ,,de gevaarlijkste van de tot nu toe opgerolde organisaties, die waarschijnlijk als het werkelijke verzetscentrum moet worden beschouwd.’’

De terdoodveroordeelden moeten onmiddellijk hun spullen pakken en zich gereedmaken voor transport. Na een extra appèl begeven ze zich in groepen naar gereedstaande vrachtwagens. ,,Zo gaat het steeds voort… Westerveld is erg onder de indruk, hij durft niet naar ons te kijken’’, noteert een medegevangene in een dagboek. Rond half vier zet de stoet koers naar de Wehrmacht-gevangenis in Utrecht. Van zeven van de 79 veroordeelden zet Gerichtsherr en General der Flieger Christiansen de doodstraf om in levenslang.

Een Duitse predikant en een Rode Kruis-zuster gaan op 30 april voor in een laatste gebedsdienst, voordat de 72 mannen de volgende ochtend Utrecht per trein verlaten richting concentratiekamp Sachsenhausen bij Oraniënburg en Berlijn. Daar komen ze op 2 mei aan. Een dag later worden Johan Westerveld en de 71 anderen in groepen op de executieplaats achterin het kamp doodgeschoten. Hun lichamen zijn gecremeerd en hun as begraven.

In maart 1943 volgt een tweede proces tegen honderd OD’ers. Van hen worden er in juli/augustus 1943 zeventien geëxecuteerd en 83 anderen naar concentratiekampen afgevoerd, waar er 43 omkomen. Chef-staf jonkheer Pieter Jacob Six bouwt de OD vanaf eind 1942 weer op en verwerft een belangrijke rol binnen de Binnenlandse Strijdkrachten, al is hem verweten dat hij de OD antidemocratisch heeft doorontwikkeld.

Aan Johan Westerveld is op 7 mei 1946 het Verzetskruis toegekend. Zijn weduwe getuigt in 1948 in het proces tegen Poos en Slagter, die voor verraad van minstens honderd verzetsmensen als Westerveld en Willem Gertenbach (zie Willem Gertenbachstraat) de doodstraf krijgen. Die wordt na cassatie omgezet in levenslang.

Geuzenpad

De Geuzen of het Geuzenverzet is de eerste verzetsgroep in Nederland. De gekozen naam Geuzen verwijst naar strijders tegen de Spaanse bezetting van Nederland in de zestiende en zeventiende eeuw. Oorspronkelijke verzetsstrijders dus. De Geuzen starten hun verzetsacties meteen in de meidagen van 1940. De eerste leden van het Geuzenverzet komen uit een wandelvereniging uit Vlaardingen. Tijdens de wandelingen wordt informatie verzameld over Duitse verdedigingswerken of militaire opslag.

Sinds 1987 wordt er jaarlijks een Geuzenpenning uitgereikt aan mensen die ’vechten’ voor de democratie of tegen dictatuur, discriminatie of racisme, net zoals de Geuzen.

Koop het boek!

Logo Comité 4-5 mei Almere
Logo Provincie Flevoland
Logo Vfonds
Logo gemeente Almere
Logo 80 jaar vrijheid
Logo de nieuwe bibliotheek
De makers hebben hun uiterste best gedaan om alle rechthebbenden te achterhalen.