Bos der Onverzettelijken komt er
Tien jaar na het initiatief voor een Hannie Schaftpark in Almere ontstaat er een nieuwe initiatief: een bos in het park. Het Bos der Onverzettelijken, een nationaal monument voor de in 1940-1945 gefusilleerde verzetsmensen. Opnieuw zit een CPN-kopstuk achter de plannen.
Op 13 juni 1991 polst oud-communistenverzetsman Harry Verheij zijn idee voor het Bos der Onverzettelijken bij toenmalig burgemeester Cees de Cloe van Almere. Verheij moet al langer met het idee hebben rondgelopen. Het tempo van realisatie is razendsnel, wat duidt op reeds zeer uitgewerkte plannen. Verheij ziet in Almere een centrale plek in Nederland om een herdenkingsplaats te stichten voor verzetsstrijders die gefusilleerd zijn. En een bos is een blijvende levende herinnering, al groeiend houdt het de boodschap van het verzet in leven, zo is de gedachte. Maar er is nog meer symboliek. Het is vijftig jaar na de eerste terechtstellingen van verzetsmensen in 1941 door de Duitse bezetter. In 1991 is het ook 25 jaar geleden dat prinses Beatrix is getrouwd met prins Claus. Het echtpaar wilde geen cadeaus, maar vroeg in plaats daarvan zoveel mogelijk bomen te planten. De burgemeester van Almere omarmt het idee voor het bos en bespreekt het binnen het college van Burgemeester en Wethouders. Er komt direct een akkoord.
Twee maanden later volgt er een tweede gesprek met de Almeerse burgemeester en daarbij is ook de Stichting Samenwerkend Verzet 1940-1945 aanwezig. Burgemeester De Cloe zegt alle medewerking toe en heeft ook al ruimte voor het bos gereserveerd in het Hannie Schaftpark naast de toekomstige Verzetswijk.
Deze Stichting Samenwerkend Verzet 1940-1945 verte genwoordigt 28 organisaties van oud-verzetsstrijders, ex-politiek gevangenen, pilotenhelpers en overlevenden van de concentratiekampen. Het doel van de stichting was het instandhouden van de geestelijke waarden van het verzet en dit door te geven aan de jeugd. Nog diezelfde maand, op 31 augustus 1991, wordt ‘het bos’ op de jaarlijkse dag van verzet wereldkundig gemaakt en volgens de stichting met ’hartverwarmende instemming’ van de aanwezigen.
Vanuit de Stichting Samenwerkend Verzet 1940-1945 wordt een commissie gevormd die gaat zorgen dat het bos er komt. In die commissie zit natuurlijk ook de bedenker Harry Verheij. Commissie Bos der Onverzettelijken komt voor het eerst bijeen op 4 oktober 1991.
A.A. Verheij 1917-2014 Februaristaking
Arie Verheij was een van de organisatoren van de februari- staking 1941. Hij deed dat als lid van de toen al verboden Communistische Partij Nederland. Later zegt hij daarover dat het een kleine stap was naar verzet, als je al lid was van een verboden politieke partij. Verheij werkte op de Amsterdamse tramremise en samen met een aantal kameraden organiseerde hij het protest op 25 februari. Het was het eerste en enige massale protest tegen Jodenvervolging en geïnitieerd door de CPN. Aanleiding voor de staking was het oppakken van 427 Amsterdamse Joden een paar dagen ervoor. De staking verspreidde zich over het hele land en de Duitse bezetter greep hard in om de staking te breken. Er vielen daarbij negen doden en 24 zwaargewonden. De nazi’s openden meteen een klopjacht op leden van de CPN en dat leidde tot de eerste executies van verzetsmensen in 1941. Drie communisten en vijftien leden van de verzetsgroep ’De Geuzen’ werden op 13 maart op de Waalsdorpervlakte bij Scheveningen gefusilleerd.
Na de staking ging Arie als Harry door het leven en die verzetsnaam heeft hij altijd gehouden als roepnaam. In de oorlogsjaren was Harry actief in het verzet. Na de oorlog werd hij lid van het dagelijkse bestuur CPN en was tientallen jaren raadslid en wethouder voor die partij in de Amsterdamse gemeenteraad. De partij was na de oorlog populair in Nederland, maar verloor aan macht nadat de Sovjet-Unie met geweld het Oostblok bezette en de Koude Oorlog uitbrak. In Nederland was er vrees voor de Russische inmenging en om die reden kregen CPN’ers bijvoorbeeld geen paspoort. Ook de herdenking van de Februaristaking bij de Dokwerker in Amsterdam was jarenlang opgesplitst. ’s Ochtends herdacht het gemeentebestuur en ’s avond was er de herdenking met de communisten. Het was Harry Verheij die samen met Ed van Thijn (PvdA) in 1968 een einde maakte aan de opsplitsing. De CPN is inmiddels opgegaan in GroenLinks.

Burgemeester Samkalden heeft in 2025 voor het eerst een krans gelegd bij het standbeeld van de Dokwerker op het Jonas Daniël Meyerplein, ter herdenking van de Februaristaking. De Februaristaking wordt jaarlijks herdacht bij het beeld van De Dokwerker op het Jonas Daniël Meijerplein. Het bronzen beeld, dat een staker voorstelt, werd in 1952 gemaakt door Mari Andriessen.
Realisatie bos in sneltreinvaart
Een half jaar na de eerste vergadering van de Commissie Bos der Onverzettelijken gaan de eerste bomen al de grond in. In een sneltreinvaart zijn de plannen gerealiseerd. Het bos krijgt 2.133 bomen. Gelijk aan het aantal verzetsmensen dat is gefusilleerd door een vuurpeloton of onthoofd. Eén boom is voor de onbekende verzetsman die is geëxecuteerd. Vijf bomen zijn er voor de vijf oorlogsjaren 1940-1945 en er zijn drie bomen voor drie koninginnen, Wilhelmina, Juliana en Beatrix. In totaal komen 2.142 bomen in het Almeerse herdenkingsbos te staan.
Op 25 maart 1992 plant de toenmalige minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur Hedy d’Ancona de eerste bomen. De minister zegt in haar toespraak dat het bos het laatste nationale verzetsmonument zal zijn in Nederland en zal uitgroeien tot een indrukwekkend monument. ,,Een prachtig bos zal staan als symbool voor de standvastige en onbuigzame vaderlanders, die niet wilden wijken voor onderdrukking, terreur en geweld.’’
Het aanleggen van het bos wordt begroot op 393.000 gulden. Dat geld wordt bij elkaar gehaald door vele donaties van verschillende overheden en nabestaanden. Daarvoor worden certificaten verkocht. Voor 45 gulden krijgt men een certificaat wat garant staat voor het planten van een boom.
Naast particulieren die veelal voor omgekomen familie een boom ’kopen’ zijn het ook grote organisaties die geld doneren. Verzetskranten, oud-verzetsgroepen en bijvoorbeeld de stichting Woeste Hoeve. Deze stichting plant 117 bomen in het Almeerse bos voor de gefusilleerden die op 8 maart 1945 werden doodgeschoten. Dit was een vergelding voor de aanslag op de allerhoogste SS-officier in Nederland, Hanns Rauter. Het nieuws van het bos verspreidt zich over de hele wereld. Na de oorlog geëmigreerde Nederlanders doneren geld. Dat gaat soms via een simpel briefje aan een bankdirecteur of een bericht aan een pensioenfonds. ,,Hierbij een cheque. Wilt u het regelen?’’
In een register dat ligt in het archief van Almere zijn alle donateurs opgeschreven. Wat niet gebeurde – en waar wel veel om werd gevraagd – is een naambordje bij een boom. De Commissie Bos der Onverzettelijken vindt ,,om uit te drukken dat iedere gestorven verzetsstrijder van belang en gelijkwaardig was, zijn er geen individuele namen in het Bos te vinden’’.
Het bos wordt aan alle kanten omarmd, gesteund en geprezen, maar dan komt er toch een lelijke kink in de kabel. En dat heeft alles te maken met twee namen die aan de bospaden worden gegeven. Enkele krantenkoppen uit die tijd: Actie tegen ’Razziapad’ bij Almere (Het Parool), ’Oorlogsnamen wekken woede Almeerders’ (Nieuws van de Dag), Strijd rond ‘concentratiekampen’ in Almere (De Telegraaf), Duidelijk ’NEE’ tegen namen Verzetsbos (De Almare). Waar is dit misgegaan?
Voor een antwoord op die vraag moeten we weer een dik halfjaar terug in de tijd. Op 10 oktober 1991 overlegt de Commissie Bos der Onverzettelijken met de projectleider van de gemeente Almere. Eerst wordt de beoogde locatie bezocht en ook wordt een maquette van het bos bekeken, die door de gemeente is gemaakt. De gemeente wil graag een lijst met ’wensen’, met daarop onder meer de naamgeving van de bospaden. De commissie belooft meteen met een straatnamenlijst te komen, zodat de gemeenteraad er veertien dagen later al naar kan kijken. Op 21 oktober wordt de lijst met 21 namen vastgesteld door de initiatiefnemers van het Bos en opgestuurd naar de gemeentelijke projectleider.
Bos der Onverzettelijken
- April-Meistaking
- Artsenverzet
- Crossing
- Concentratiekampen
- Documentenfalsificatie
- Engelandvaarders
- Februaristaking
- Gewapend verzet
- Hulp aan vervolgden
- Illegale pers
- Inlichtingenwerk
- Kerkelijk verzet
- Koeriersters
- Kunstenaarsverzet
- Onderduikers
- Pilotenhulp
- Razzia’s
- Sabotage
- Spoorwegstaking
- Studentenverzet
- Wapendroppings
- Zwitserse Weg
In de loop van het jaar worden ook de namen Indisch Verzet, Concentratiekampen en Bevrijdingspad toegevoegd. De namen moeten een beeld geven van het verzet. Of zoals de Commissie Bos der Onverzettelijken het omschrijft ,,begrippen en ervaringen uit de tijd van onderdrukking en verzet’’.
Maar de Commissie Bos der Onverzettelijken vindt het opvallend stil worden nadat de namen ingediend zijn bij de gemeente Almere. Ook na de presentatie in het najaar van 1991 aan Prins Bernhard, waar de burgemeester van Almere bij is, komt er geen reactie op de naamgeving. Bij het planten van de eerste bomen in het voorjaar van 1992 wordt er niks over de voorgestelde namen gezegd.
,,Tijdens een ontmoeting met de gemeentelijk Naamgevingscommissie op 18 juni j.l. bleek men daar onkundig van het door ons reeds in oktober vorig jaar ingediende voorstel voor de naamgeving’’, zo valt de te lezen in de notulen van de commissie. Er is dus niks gebeurd met de voorgestelde namen, maar de Commissie Bos der Onverzettelijken wordt gerust gesteld door de Almeerse Naamgevingscommissie: ,,… dat ons voorstel zonder verdere problemen aan het college van Burgemeester en Wethouders ter goedkeuring zou worden voorgelegd’’. Wel is het verzoek van de gemeentelijke Naamgevingscommissie om iemand beschikbaar te houden op 24 augustus als er nog vragen zijn tijdens ’de formele afwikkeling’.
Op 24 augustus wordt er gebeld met de Commissie Bos der Onverzettelijken: de kaart van het bos met de paden en de daarbij horende gewenste namen zijn niet aanwezig bij de Naamgevingscommissie van Almere. In een ander verslag valt te lezen: ,,In de ochtend van de 24ste belt echter de secretaris van de Naamgevingscommissie in paniek naar mevrouw Hoogenhout, bestuurslid Commissie Bos der Onverzettelijken. Door een communicatiestoring in de gemeentelijke kring, bleek men nog niet over de door ons verstrekte gegevens te beschikken. Mevrouw Hoogenhout heeft deze toen persoonlijk nogmaals ten stadhuize afgegeven.’’ Duidelijk is dat de namen bekend waren in het stadhuis en nooit via de juiste procedure bij de Naamgevingscommissie zijn terechtgekomen. Het is die commissie die de straatnamen controleert voor de gemeente en een akkoord geeft op de namen, waarna het college van Burgemeester en Wethouders het officieel goedkeurt. Dat gebeurt, nadat alle namen waren bekeken en goedgekeurd, al binnen een week op 1 september 1992. Deze voortvarende aanpak krijgt een venijnig staartje.
Twee weken later barst de spreekwoordelijke bom. Het besluit tot vaststellen van de straatnamen is gepubliceerd in de krant en dan ontstaat er een storm van kritiek. De namen Concentratiekampen en Razzia’s- pad wekken de woede op. Aanjager van de kritiek is de lokale Almere Partij. ,,We vinden de namen gewoon onfatsoenlijk’’. De partij laat weten spijt te hebben dat ze enkele bomen in het bos hebben gesponsord. ,,Je gaat toch niet op het pad Concentratiekampen lekker picknicken?’’. Maar ook Almeerders spreken zich uit in de lokale kranten. ,,Zijn ze in de commissie nu helemaal gek geworden? Hoe is het in godsnaam mogelijk dat uw college dit soort voordrachten zo maar overneemt? Ik zat zelf in het verzet en ben ondergedoken geweest, maar dit is te gek om los te lopen. Ik ben absoluut tegen en zou in die buurt niet willen wonen. Mijn maag draait om.’’

Uit: Het Nieuw Israelietisch Weekblad
Ook minister Hedy d’Ancona – die de officiële start van de aanleg van het bos verrichtte – is niet gelukkig met de namen. Die staan volgens haar op gespannen voet met de goede smaak. De minister had liever positievere begrippen gezien zoals Pad van de Tolerantie. De minister wist niet van de naamgeving tijdens haar bezoek aan het bos ,,anders hadden we daar zeker wat van gezegd’’, verklaart haar voorlichter.
Zinsnede uit brief La Gro Advocaten: Het klopt dat in het woordenboek van Van Dale als derde omschrijving van het woord ‘razzia’ de link wordt gelegd met de Jodenvervolging. Maar de eerste twee verklaringen in het woordenboek geven aan dat ‹razzia› een Frans-Arabisch woord is dat staat voor ’“militaire expeditie van mohammedanen tegen ongelovigen’. Of een strooptocht ,,de stammen deden op hun naburen soms razzia’s om slavinnen te bemachtigen.’’
Ook overlevenden van concentratiekampen zijn ongelukkig met de twee termen. Maar om een geheel andere reden. Zij vrezen voor een devaluatie van het woord. Doordat het in een park ligt gaan mensen hun hondje uitlaten op het ‘concentratiekamp’ of een stukje hardlopen via ‘razzia’s’. De beladen begrippen worden dan algemeen gebruikt in het dagelijkse gesprek en verliezen daarmee de afschuwelijke onderliggende lading, geven zij aan. De Commissie Bos der Onverzettelijken voelt de spanning aan en voegt in het onderschrift van het bordje Razzia’s een verwijzing naar Putten toe. Bij de razzia in Putten werden 659 willekeurig mannen opgepakt als vergelding voor een aanslag op Duitse officieren in oktober 1944. De mannen worden afgevoerd naar werkkampen in Duitsland. Slechts 48 mannen keren na de oorlog terug. De rest had zich dood moeten werken. Daarmee geeft de commissie aan dat ’razzia’s’ niet enkel voor Jodenvervolging staat. Maar de commissie is bereid tot meer, blijkt uit de interne stukken. Concentratiekampen mag als begrip vervallen bij aanhoudende bezwaren, maar dat mag alleen als de ,,openbaarmaking achterwege blijft’’. Met andere woorden; er wordt niet over gepraat.
Zo ver hoeft het niet te komen. Twee bospaden blijven Razzia’s en Concentratiekampen heten. Het voorstel met de namen in het Bos der Onverzettelijken wordt inclusief de gewraakte namen goedgekeurd door de gemeenteraad in januari 1993. Op 29 april van dat jaar opent Prins Bernhard het bos. Het Nationale Verzetsmonument Bos der Onverzettelijken is een feit en wordt overgedragen aan de gemeente Almere. Die belooft het te beheren ,,…in de geest van waaruit het initiatief tot het Bos gestalte kreeg…’’. Alle zorgvuldigheid en voorzichtigheid ten spijt; in 2024 is een aantal goed bedoelde afspraken van toen anders uitgepakt. Inmiddels is het achtervoegsel ’pad’ weer terug bij verschillende namen blijkt uit de officiële kaart van de stichting Bos der Onverzettelijken. Het terugdraaien van het besluit van officiële straatnaamgeving, zodat de gekozen namen niet op officiële kaarten terecht zouden komen, is door voortgang der techniek ingehaald. Google Maps leidt je feilloos naar Concentratiekampen en Razzia’s in Almere.
Nationaal verzetsmonument
Nationale monumenten zijn monumenten ter nagedachtenis aan ingrijpende gebeurtenissen of perioden. De benaming ’nationaal monument’ wordt niet door de rijksoverheid toegekend. Er bestaat geen officiële lijst van nationale monumenten. Sommige nationale monumenten zijn ook rijksmonument, zoals het Nationale Monument op de Dam. De titel Rijksmonument wordt door de overheid toegekend. De oprichting van nationale monumenten komt voort uit particuliere initiatieven en is een vrij te gebruiken predicaat. Er is ook geen officiële lijst van nationale monumenten.
Wikipedia heeft een pagina over nationale monumenten. Daar staan onder meer het Nationaal Monument MH17, Nationaal Monument Kamp Vugt, Nationaal Monument Westerbork en Nationaal Monument Slavernij Verleden op. Het Nationaal Monument Bos der Onverzettelijken moet nog worden toegevoegd.





