Twintig straatnamen in de Verzetswijk in Almere: van verzetshelden. Wie zijn het eigenlijk en wat waren hun daden? In het boek krijgen twintig verzetsmannen en -vrouwen tachtig jaar na de bevrijding weer een gezicht en een verhaal.

Het boek beantwoordt ook de vraag waarom de jonge gemeente in de jaren negentig ervoor koos een Verzetswijk aan te leggen. Een stad die de Tweede Wereldoorlog niet meemaakte. Hoe kwam die wijk tot stand, was dat zonder slag of stoot? Wie trokken er aan de touwtjes? En waarom gaf landdrost Han Lammers de doorslag? Maar ook ophef over de gekozen namen in het Nationaal Monument Bos der Onverzettelijken en waarom juist deze twintig mensen een straat naar zich vernoemd kregen.

Ook werd opnieuw bronnenonderzoek gedaan naar de verzetsmensen, waarbij door het vergelijken van verschillende archieven nieuwe inzichten kwamen in de biografieën. Het boek schetst een beeld van het park, het bos en de wijk en is ter nagedachtenis aan hen die voor onze vrijheid hebben gestreden.

Koop het boek via uw lokale verkooppunten; Primera in Parkwijk en Buiten. Of Jack and Jills in Almere Oosterwold. In heel Nederland is het boek te bestellen via het Centraal Boekhuis.

Steun ook onze crowdfunding om een podwalk te maken. Lees er alles over bij Voor de kunst.

De Verzetswijk

Verzetswijk bijzonder in Almere

In januari 1992 ontvangt de gemeente een brief van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD, het huidige NIOD). In die brief staan dertig namen van verzetsmensen naar wie een straat naar zou kunnen worden vernoemd in de nog te bouwen Verzetswijk. Het lijkt op het eerste gezicht een lijst met willekeurige namen, maar niets is minder waar. Het RIOD had de keuze gebaseerd op twee belangrijke punten: de verzetsmensen moesten in de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen én na de oorlog voor hun heldendaden met een Verzetskruis zijn onderscheiden. Het Verzetskruis is de allerhoogste onderscheiding die Nederland kent voor burgers en is te vergelijken met de Willems-Orde voor militairen.

De Verzetswijk heeft 27 straten, vier paden, een park en het Nationaal verzetsmonument met de naam Het Bos der Onverzettelijken. De nieuwbouwwijk werd in 1994 aangeprezen in een folder van de gemeente Almere met: ’Contrastrijk wonen vlak bij het stadscentrum’.

In de brochure is te lezen dat het RIOD advies gaf over de straatnamen. Een wijk met straatnamen van verzetsstrijders die nooit in Almere zijn geweest, omdat de stad simpelweg tijdens de Tweede Wereldoorlog niet bestond; het was nog water in die tijd. En toch is er een wijk, een bos en een park dat herinnert aan die periode.

Maar wie van de duizenden verzetshelden krijgt de eer om een straat in Almere naar zich vernoemd te krijgen? En hoe weet de gemeente honderd procent zeker dat na de naamgeving toch geen vervelende verhalen over die persoon naar voren komen? De Naamgevingscommissie spreekt van een ’schone lijst’ om niemand voor het hoofd te stoten. Daarom wordt het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD) aangeschreven. Kunnen zij een aantal namen aandragen waar Almere uit kan kiezen? Het RIOD wil geen keuzes maken en wijst het verzoek af.

De gemeente Almere besluit uiteindelijk een brief naar professor-doctor Loe de Jong te sturen. De Jong was de autoriteit op het gebied van de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de oorlog werkte hij vanuit Londen. Na de oorlog richtte hij het RIOD op en werd er directeur van. Ook schreef De Jong vele boeken over de oorlog en bepaalde hij door onderzoek of iemand ‘fout of goed’ was geweest. De burgemeester doet een beroep op de kennis en kunde van De Jong en schrijft: ,,Wij achten het van groot belang dat de te vernoemen personen en groepen geen negatieve reacties oproepen bij onderdelen van de Nederlandse en/ of Indische (Indonesische) samenleving’’ In de brief wordt ook verteld dat het RIOD niet wil meewerken.

De inmiddels oud-directeur van het RIOD Loe de Jong, stuurt het verzoek van Almere weer door aan de nieuwe directeur van het RIOD. Die besluit, ondanks de eerdere afwijzing, alsnog mee te werken aan de lijst van straatnamen voor de Verzetswijk in Almere.

Ten tijde van het verzoek van Almere was de directeur van het RIOD, dr. C.M. Schulten bezig met een boek over het Verzetskruis 1940-1945. De hoogste Nederlandse onderscheiding voor verzetsmensen; ,,ter erkenning van bijzondere moed en beleid aan den dag gelegd bij het Verzet tegen de Vijanden van de Nederlandse zaak en voor behoud van de geestelijke vrijheid’’. Slechts 95 van deze onderscheidingen zijn uitgereikt. Alle verzetskruisen, op een na, zijn toegekend aan overleden verzetsstrijders. Het eerste postuum aan nabestaanden uitgereikte verzetskruis was op 9 mei 1946 in Paleis op de Dam door koningin Wilhelmina.

Het is directeur van het RIOD Schulten die uit zijn boek Zeg mij aan wien ik toebehoor 25 namen selecteert. Allemaal mensen die het Verzetskruis 1940-1945 hebben ontvangen. Door te kiezen uit deze ’schone lijst’ was Almere ervan verzekerd dat de Verzetswijk alleen namen bevatte van verzetshelden waar geen enkele discussie over mogelijk was. Ze hadden hun verzetsdaden met de dood moeten bekopen en daar de hoogst mogelijke onderscheiding voor gekregen.

Ook voegt Schulten vier namen toe uit het Indische Verzet. Zij hebben niet de hoogste Nederlandse onderscheiding voor burgers ontvangen, maar lagere onderscheidingen zoals het Verzetsherdenkingskruis en de Verzetsster Oost-Azië.

Dertig namen, ruimschoots voldoende om de beoogde straten in de Verzetswijk van een naam te voorzien. Er worden uiteindelijk maar vijftien van de voorgestelde namen gebruikt. De kruisjes voor de namen op de aangeleverde lijst, die terug te vinden is in het Almeerse stadsarchief, zijn door de secretaris van de Naamgevingscommissie gezet.

De Naamgevingscommissie kiest zelf nog vijf namen; Helena Kuipers – Rietberg (Tante Riek) krijgt een straat naam voor haar hulp aan onderduikers. En in de buurt van het Indische verzet zoekt de commissie zelf vier namen uit: Generaal Overakker, Groep Meelhuysen, Groep Wernink en Java Legioen. Het was voorzitter Margo Toorop van de Naamgevingscommissie die daar de drijvende kracht achter was. Ook de algemene namen Vrijheidsdreef, Verzetslaan, Vredelaan, Bevrijdingsstraat, Radio Oranjelaan, Capitulatiepad en Hotel de Wereldstraat worden door de commissie gekozen.

De langste straat in de Verzetswijk is de Kapitein de Langestraat. Een frivoliteit van de leden van de Naamgevingscommissie. Ook de ligging van de Oltman Thomsenstraat is geen toeval. De straat ligt parallel aan het spoor en Oltman Thomsen zat in het spoorwegverzet.

Als enige wijk in Almere krijgt de Verzetswijk bijschriften bij de namen, zodat men weet wat de persoon voor het verzet heeft betekend of waar de andere namen voor staan. Dit op nadrukkelijk verzoek van de Almeerse politiek en de Naamgevingscommissie. Diezelfde commissie heeft ook bepaald dat de namen op de borden de doopnamen vermelden of de namen zoals bekend in de burgerlijke stand. Dat levert protest op van de familie Hilgers. Hanna Hilgers werd Hannie genoemd, schrijft haar broer aan de gemeente. Maar op het straatnaambord blijft Hanna Hilgers staan. En de directeur van het RIOD, die de namen aandroeg, doet een poging om Gustaaf Gelder te wijzigen naar Han Gelder, want zo kende iedereen hem. Alleen Hannie Schaft heeft haar verzetsnaam gehouden, haar echte naam is Jopie. Uiteindelijk worden er zuilen per buurt geplaatst met informatie over de namen en blijven de bordjes zonder onderschriften, zoals overal in Almere.

Bij de onthulling van de informatiezuilen in mei 1995 in de Verzetswijk is ook een voormalig lid van de Commissie Bos der Onverzettelijken aanwezig, mevrouw Hoogenhorst. In een brief aan het gemeentebestuur van Almere schrijft ze: ,,Het treft mij – vriendelijk gezegd – zeer onaangenaam dat bij de 26 vernoemde verzetsmensen c.q. groeperingen een vertegenwoordiging van de CPN-De Waarheidsgroep ontbrak, temeer daar het toch voldoende bekend mag zijn dat het verzet rond De Waarheid een belangrijk deel betekende van de vele vormen van verzet in de jaren 1940-1945.’’

Brief communisten

Mevrouw Hoogenhorst wil van de gemeente weten waarom het Communistische verzet ontbreekt en wat daarvoor de redenen zijn. Die redenen zijn er niet behalve dat het niet is vernoemd, omdat ze niet op de lijst van Schulten stonden. Almere komt met een goedmaker en vernoemt een brug naar Jan Postma, CPN-kopstuk in de Tweede Wereldoorlog en in 1944 door de Duitsers doodgeschoten. De Jan Postmabrug verbindt het Hannie Schaftpad met het Bos der Onverzettelijken.

Vertrouwelijk

Uit notulen van de raadscommissie Openbare Werken: Tegen alle gebruiken in wordt de naamgeving van de Verzetswijk wel eerst voorgelegd aan de gemeenteraad. En dat ook nog in het geheim. Alles om de onrust te voorkomen die enkele maanden eerder was ontstaan rondom de namen van de paden in het Bos de Onverzettelijken. Daar is lering uitgetrokken. Daarom wordt een zeer zorgvuldige koers gevaren voor de straatnamen in de Verzetswijk. Na de Filmwijk en Parkwijk is de Verzetswijk de laatste te ontwikkelen wijk in Stad ten westen van de hoogspanningsmasten. Er komen 1.289 woningen in de Verzetswijk en volgens het bestemmingsplan is 35% daarvan huurwoningen.

De wijk heeft zes verschillende type woningen. Van vrijstaande villa’s tot flats, die ‘Urban villa’s’ worden genoemd. Er staan rijtjeshuizen en twee-onder-een-kapwoningen en enkele duplex woningen. De goedkoopste woning gaat in 1991 145.000 gulden kosten (omgerekend 66.000 euro). De zes verschillende type woningen zijn geclusterd in de wijk. Flats bij de flats en villa’s bij de villa’s. Per buurtje zijn ook de kleuren (wit, bont, kleurig en aards) van de woningen vastgelegd in het bestemmingsplan.

Naamgevingscommissie

De Naamgevingscommissie bedacht en bedenkt nog steeds de namen van wijken, parken en straten in de groeiende stad. In Almere kiest de commissie thema’s voor een bepaald gebied en zoekt daar vervolgens namen bij.

Een Stedenwijk met plaatsnamen en een Regenboogbuurt met alle kleuren van de regenboog. Of alle fietspaden in de stad hebben iets met fietsen te maken, en zijn er wijken in Almere Stad en buurten in Almere Buiten. En er zijn meer dingen bedacht om zaken herkenbaar te maken. Er was toen nog geen internet om iets snel op te zoeken. Zo heten alle doorgaande wegen in de stad ‘dreef’, zoals Waddendreef en Vrijheidsdreef. En de wegen die van de provincie zijn, die hebben als achtervoegsel ‘ring’. Terug te zien in Tussenring en Buitenring. Een vorm van logica, herkenbaarheid en verbintenis werd nagestreefd. De laatste jaren is dat veel minder streng geworden, dan in de beginjaren van Almere.

Koop het boek!

Logo Comité 4-5 mei Almere
Logo Provincie Flevoland
Logo Vfonds
Logo gemeente Almere
Logo 80 jaar vrijheid
Logo de nieuwe bibliotheek
De makers hebben hun uiterste best gedaan om alle rechthebbenden te achterhalen.